Zelfroosteren: vrijheid én verantwoordelijkheid

Drie tips om zelfroosteren op hoofdlijnen te sturen:

1. Laat het los

Met je vrijwilligers heb je afspraken gemaakt over de inzet. Bijvoorbeeld dat iemand twee keer per maand een dienst komt werken. Als je iemand laat zelfroosteren, probeer dan naar de grote lijn te kijken. Een goede richtlijn is drie maanden: je vrijwilliger staat dan bijvoorbeeld zes keer ingepland. Het maakt dan niet zoveel uit of dat de ene maand eenn en de andere maand drie keer is, of dat het precies om de week gepland is. Misschien vind je vrijwilliger het fijn om twee keer in de eerste week van de maand te komen. Die vrijheid hoort bij de verantwoordelijkheid.

2. Vrijwillig is niet vrijblijvend

Vraag je vrijwilligers om de grote lijn in de gaten te houden bij het inroosteren. Bijvoorbeeld door voor en na een (lange) vakantie een keer extra te werken. De grote lijn blijft dan goed en het rooster gevuld. Die verantwoordelijkheid hoort bij de vrijheid.

3. Benader eerst degene die zich nog niet ingeroosterd heeft

Soms zit er toch een gat in het rooster, en dat moet opgelost. Tip om dat zo snel mogelijk te doen: benader eerst degene die nog niet ingeroosterd staan. Kijk weer naar de grote lijn: heeft iemand vorige maand al twee diensten extra gewerkt, zoek dan nog even verder naar iemand die echt te weinig werkt. Grote kans dat je een (bijna) inactieve vrijwilliger weer geactiveerd krijgt!